General Theory of Employment, Interest en geld Dzhona Meynarda Keynes: samenvatting

"General Theory of Employment, Interest en geld" werd geschreven door de Britse econoom John Maynard Keynes. Dit boek is uitgegroeid tot zijn magnum opus. Auteur van "The General Theory of Employment, Interest and Money" was de eerste die de vorm en de lijst van termen van de moderne macro-economie te definiëren. Na de publicatie van het werk in februari 1936 was er een zogenaamde Keynesiaanse revolutie. Veel economen zijn afgestapt van de klassieke overtuiging verplaatst dat de markten onafhankelijk volledige werkgelegenheid kan herstellen na de tijdelijke schokken. Het boek werd voor het eerst geïntroduceerd begrippen nu bekend als de multiplier, de consumptie-functie, marginale productiviteit van kapitaal, de effectieve vraag en voorkeur voor liquiditeit.

Dzhon Meynard Keyns: Samenvatting

De toekomst grondlegger van de moderne macro-economie werd geboren in 1883 in de stad van Cambridge. Zijn ideeën waren bestemd fundamentallno theorie en praktijk van openbare besluitvorming veranderen op economisch gebied. Dzhon Meynard Keyns is een van de meest invloedrijke wetenschappers van de 20e eeuw. Hij weerlegde het postulaat van de klassieke theorie van de effectiviteit van de "onzichtbare hand" van de markt. Keynes kwam tot de conclusie dat het algemene niveau van de economische activiteit wordt bepaald door de totale vraag. Daarom is de laatste en moet de staat zich als meester regulator, wiens taak is om conjunctuurcycli te beperken. Na de Tweede Wereldoorlog bijna alle ontwikkelde landen hun beleid in overeenstemming met de Keynesiaanse uitzicht hebben gebaseerd. De belangstelling voor dit gebied begon te tanen in de jaren 1970 in verband met het onvermogen om hoge inflatie onder controle te houden. Echter, na de financiële crisis van 2007-2008. Veel landen zijn begonnen om terug te keren naar Keynesiaanse methoden van regulering en actief overheidsingrijpen in de nationale economie, zoals nagelaten Keynes. "General Theory of Employment, Interest en Money" wordt beschouwd als het belangrijkste werk van de wetenschapper. Het bevat alle basisbegrippen en modellen van deze trend.

"General Theory of Employment, Interest, en geld": book

Het basisidee van Keynes magnum opus is dat de werkloosheid niet wordt bepaald door de prijs van de arbeid, zoals te zien neoklassieke en de totale vraag. De oprichter van de macro-economie gedacht dat volledige werkgelegenheid niet alleen kan worden bereikt door marktwerking. Daarom moet tussenkomst van een derde kracht is, die de staat. Work "General Theory of Employment, Interest en geld", legt uit dat de onderbenutting van de productiecapaciteit en onderinvesteringen -. "Onzichtbare hand" een natuurlijke gang van zaken in de markteconomie, die uitsluitend wordt beheerst door de De wetenschapper stelt dat het gebrek aan concurrentie - dit is geen groot probleem, soms zelfs een daling van de lonen geen extra banen te creëren. Keynes vanaf het begin sterk van zijn boek. Hij geloofde dat ze ondersteboven kon turn down alle traditionele opvattingen. In een brief aan zijn vriend Bernard Shaw in 1935, Dzhon Keyns schreef: "Ik geloof dat het doen van het schrijven van een boek over economische theorie, die de grote doorbraak zal zijn - uiteraard, niet onmiddellijk, maar in de komende tien jaar - hoe de wereld beslist voortvloeiende economische problemen. " Deze fundamentele werk bestaat uit 6 boeken (volumes), of 24 hoofdstukken.

voorwoord

"General Theory of Employment, Interest en geld" onmiddellijk gepubliceerd in vier talen: Engels, Duits, Japans en Frans. Aan elk van de publicaties, Keynes schreef het voorwoord. De nadruk is gelegd in hen een beetje anders. In het Engels uitgave van zijn werk, Keynes adviseert alle economen, maar sprak de hoop uit dat het nuttig voor iedereen die het lezen zal zijn. Het wijst er ook op, dat wel duidelijk op het eerste gezicht, maar allemaal hetzelfde relatie, geschreven vijf jaar eerder tussen haar en zijn andere boek - "Verhandeling over Money"

introductie

Wat is het werk van de "General Theory of Employment, Interest en geld"? In het kort de essentie ervan kan worden omschreven als: de vraag creëert voorstel, de omgekeerde situatie is onmogelijk. Het eerste hoofdstuk duurt slechts een halve pagina. Het totale volume in de drie secties:

• "General Theory."
• "De postulaten van de klassieke economie."
• "Het principe van de effectieve vraag."

In de bovenstaande paragrafen, Keynes legt uit waarom hij gelooft dat dit boek de mening van economen over de economie functioneren kan veranderen. Hij zegt dat de titel is speciaal gekozen om de verschillen met de klassieke theorie, het gebruik van de bevindingen die alleen in bepaalde gevallen effectief te benadrukken, maar niet altijd.

Boek II: «definities en ideeën"

Het bestaat uit vier hoofdstukken:

• "Het selecteren van de meeteenheden."
• "De verwachtingen van zowel de productie en de determinanten van de werkgelegenheid".
• "De definitie van inkomen, sparen en beleggen."
• "Een meer volledige discussie."

"De neiging om te consumeren"

Het derde deel verklaart de essentie van de consumptie en beschrijft hoe het stimuleert de economische activiteit. Keynes geloofde dat tijdens de depressie van de overheid nodig heeft om de "motor" met extra kosten opnieuw op te starten. Dit boek bestaat uit drie hoofdstukken:

• "Objectieve factoren".
• "Subjectieve factoren".
• "De marginale neiging om te consumeren en de multiplier."

Volgens Keynes, werkt de markt niet de mogelijkheid om zelfregulering. Hij geloofde niet dat volledige werkgelegenheid is een natuurlijke staat die zeker is om op de lange termijn in te stellen. Daarom is het belangrijk om overheidsingrijpen. De economische groei, volgens vertegenwoordigers van keynesianisme, is geheel afhankelijk van bevoegde fiscale en monetaire beleid.

"De motivatie om te investeren"

De marginale productiviteit van kapitaal - de verhouding tussen de potentiële inkomsten en de kosten ervan. Keynes gelijk aan de disconteringsvoet. Het vierde boek bestaat uit 10 hoofdstukken:

• "De marginale productiviteit van kapitaal."
• "De staat van de lange termijn verwachtingen."
• "De algemene theorie van belang."
• "Classical Theory".
• "Psychologische en zakelijke prikkels om liquiditeit."
• "Verschillende observaties over de aard van het kapitaal."
• "Fundamentele eigenschappen van rente en geld".
• "General Theory of Employment, de nieuw geformuleerde".
• "De functie van de werkloosheid."
• "Price Theory".

"Brief Notes"

Voltooien van de resterende macro-economische werk ( "General Theory of Employment, Interest en Money"), de opmerkingen van de auteur in drie hoofdstukken:

• "Op de handel cyclus."
• "On mercantilisme, woeker wetten, gesmeed geld en onderconsumptie theorieën."
• "Op de sociale filosofie.

In het laatste hoofdstuk, Keynes schreef:" ... de ideeën van economen en politieke filosofen, ongeacht of ze correct zijn, zijn veel krachtiger dan vaak wordt gedacht. Inderdaad, wordt de wereld anders geregeerd door weinig. Praktische mannen, die zich volledig onafhankelijk van de gedachten van wetenschappers geloven, zijn meestal de slaven van sommige ter ziele gegane econoom. Crazy aan de macht ontlenen hun ideeën uit artikelen van sommige scribenten uit de wereld van de wetenschap van vorig jaar. Ik ben ervan overtuigd dat de kracht van gevestigde belangen aanzienlijk overdreven in vergelijking met de geleidelijke uitbreiding van de invloed van de ideeën. Natuurlijk, niet onmiddellijk, maar na een bepaalde tijd; in economie en politieke filosofie ideeën kunnen een impact hebben op de theorie en in 25-30 jaar. En het is ideeën, niet gevestigde belangen, zijn gevaarlijk op de weg naar welzijn of benauwdheid. "

Steun en kritiek

"General Theory of Employment, Interest en geld" geen gedetailleerde aanwijzingen bevatten over het beheer van de economie. Echter, Keynes toonde in de praktijk hoe de investeringen en de particuliere consumptie daling van de lange rente en de hervorming van het internationale monetaire systeem beïnvloeden. Paul Samuelson geestig zei dat het keynesianisme "sloeg veel jonge economen als onverwachte nieuwe ziekte aanvallen en vernietigt een geïsoleerde stam van eilandbewoners in de Stille Zuidzee."

Vanaf het begin van de "General Theory of Employment, Interest en geld" was nogal controversieel werk. Niemand wist precies wat Keynes in gedachten had. Vroege reviewers zijn ingesteld zeer kritisch. Keynesianisme dankt een groot deel het succes van de zogenaamde "neoklassieke synthese" en in het bijzonder, Alvin Hansen, Paul Samuelson en John Hicks. Ze hebben een duidelijke uitleg van de theorie van de totale vraag ontwikkeld. Hansen en Samuelson de uitvinder van de "Keynesiaanse Cross" en Hicks creëerde een model IS-LM (-Saving investeringen). Wijdverbreide "General Theory" na de Grote Depressie. De markt kan niet alleen omgaan met de schokken, zodat overheidsingrijpen onvermijdelijk leek.

in de praktijk

Veel innovaties die voor het eerst in de "General Theory" werden voorgesteld, zijn essentieel in de moderne macro-economie. Echter, de belangrijkste idee is dat de oorzaak van recessies is onvoldoende totale vraag, heeft het niet overleefd. De universiteit cursussen worden nu vooral gegeven door de zogenaamde New keynesianisme. Het neemt het concept van de neo-klassieke evenwicht op lange termijn. Neo-keynesianen niet van mening "General Theory" nuttig zijn voor verder onderzoek. Echter, veel economen nog steeds beschouwen het als zinvol. In 2011, het boek viel in de lijst van de beste hedendaagse non-fictie.

Gebruik in de studie van de economie

De eerste poging om de "algemene theorie" aan te passen is een leerboek voor studenten van Robinson, uitgebracht in 1937 geworden. Echter, de meest succesvolle bleek Hansen begeleiden. Meer moderne leerboek werd uitgebracht in 2006, Hayes. Toen kwam er een vereenvoudigde versie van die werd geschreven door Sheehan. Paul Krugman was de auteur van de inleiding van de nieuwe editie van "The General Theory" van Keynes, gepubliceerd in 2007. Maar gaandeweg de oorspronkelijke bron zijn betekenis verliest. Algemeen aanvaard onder economen vandaag de dag is het postulaat dat de regulering van de economie door middel van de totale vraag kan alleen op de korte termijn en over een langere periode de balans kan afzonderlijk worden aangepast met behulp van marktmechanismen.